janengijsnaarsantiago.reismee.nl

Stinkende Peligrinos

Pelgrims stinken, zeker weten.

Ze zijn Onderweg, te voet of fietsend, in wind, regen, kou en brandende zon en ze hebben slechts het hoognodige bij zich: een sneldrogend handdoekje, de kleren die ze aan hebben en eventueel nog een setje voor als ze niet onderweg zij, er .s avond toonbaar uit willen zien, en/of om iets aan te trekken als ze dan persé .s avonds een wasje doen. Ik ook.

In het begin doe je nog elke avond je wasje, maar ben je te moe of zijn er geen faciliteiten, dan sla je dat gewoon over en trek je de volgende dag je klofje in originele fassung weer aan. Op een gegeven moment zit je dr niet meer mee. Ach je stinkt en de anderen ook!

Uiteraard heb je pelgrims in soorten en maten. De parttime pelgrim, de weekend pelgrim, de volledig-verzorgde-reis-pelgrim, de hop-on-hop-off-pelgrim, maar hier heb ik het over de echte, hardcore pelgrim, all the way. Van St.Pied de port, van huis, over de Camino Portugese, lang, weken onderweg en die slechts acht tot twaalf euro voor een slaapplaats over hebben.

Dan stink je echt.

In een albergue met twintig andere pelgrims in gestapelde bedden, behangen met zurig stinkende kleding, ruik je allemaal hetzelfde. Fransen, Italianen Spanjaarden en Engelsen zijn er zelfs gek op, want ze weigeren om .s nachts de ramen open te gooien. Op zaal moet alles potdicht, stel je voor! Ik heb eens een poging gewaagd, dat werd me niet in dank afgenomen. Op een nacht droomde ik zelfs dat ik onderwater geen adem meer kon halen. Zwetend werd ik wakker en besefte dat ik in het bovenste deel van een stapelbed lag met nog twintig andere pelgrims in één en dezelfde ruimte.

Na de reprise via Cabo Finistera en Muxia had ik er na bijna drieduizend kilometer opeens schoon genoeg van.

Er rijdt van Muxia een bus naar Santiago. Vertrekt vroeg en een heleboel pelgrims hadden allemaal hetzelfde idee, terug naar Snatiago. Zeker een bus vol. De fiets onder in het ruim, geen probleem. Een rit van twee uur. Je wil het niet weten! De busmaatschappij was er op voorbereid getuige de melding voorin de bus. ( zie foto). Je mocht er niet eten, je eigen schoenen niet uittrekken en ook niet die van anderen, getuige de foute vertaling. Stinken! Het was een gewone lijndienst. Halverwege stapten er ook gewone forenzen in. Die roken lekker. Verse luchtjes. Maar wat heb ik hen betreurd. Elke dag, steeds opnieuw, weer te moeten reizen met die viezeriken.

Maar evenals hun zonden, het is hun allemaal vergeven.

In de kathedraal te Santiago, rijden de speciale pelgrimsmis om twaalf uur, terwijl de meeste gefinishten al onderdak zijn en een bad hadden, rook je ze nog. In het huis van Jacobus is een speciale plek afgezet, op vertoon van het diploma' mag je vooraan zItten. De meeste hoeven dat certificaat niet eens mee te nemen. Je ruikt ze zo.

Tijdens en voorlichtingsbijeenkomsten in Nijmegen vroeg ik of het nodig was om onderweg door iets of wat te laten zien dat je pelgrim bent. Één van de geroutineerden deed dat af met de opmerking: " Ze ruiken dat vanzelf" .

Mooi toch, het geeft je aura een extra dimensie. Je wordt door je mede pelgrims gekend en krijgt de hartelijkste, meest gemeende, glimlachen geschonken.

Toetje

Toetje: Gisteren nog effe richting het einde van de wereld. Vanaf Santiago nog maar een kleine honderd kilometer! Maar, letterlijk, de weg er na toe lag zwaar op de maag. Colletje na colletje in temperaturen van over de dertig graden in de brandende zon.

Deze reis heb ik van het hele buffet geproefd. Wind, regen, kou, sneeuw, hagel en hitte en alle nuances er tussenin. Mijn lief wat wil je nog meer! Het hele palet was aanwezig. Alle kleding die ik bij me had is gebruikt.

Vandaag om een uur of tien dan eindelijk gefinisht in Capo de Fisterra!

Maar ja, er bestaat ook nog zo iets als een extended versie van de Camino en die eindigt in Muxiar, place to be! Dus! Vandaag Nog twintig extra kilometer. Zonder route boekje en op goed geluk langs de kust. Dom, heel erug dom. De boekjes laten je niet voor niets omrijden om te steile hellingen te omzeilen. Dat heb ik geweten! Het werd een grand finale: afzien.

Maar we zijn er en dat is dat.

Ik eindig met het delen van mijn laatste inzicht:

Ruud Lubbe, zanger van de Dijk, dicht in een van zijn liederen: "niet het resultaat telt, maar de speurtocht! "En zo is het maar net. Heerlijk om te zwerven, om op zoek te zijn, en das precies wat ik blijf doen.

Morgen ga ik per bus terug naar Santiago en wacht daar op mijn lief. We hebben samen hier nog een weekje vakantie, waarvan ik, zeker weten, ga genieten.

Henk en Diet, Ria, Thea, Hannie, Wiesje, Herma, Arno, Ton, Theo, Moeder van Gijs, Fred en Agnes, Mariëta, Peter, Anke, Ben, Paulien, Bart, Daisha, Harry, Manon, Joost, Margreet, Angrid, Willempie, uiteraard mijn Lief en alle anderen die meeleefden en reageerden, erg bedankt. Jullie reacties motiveerde me om de stukjes te blijven schrijven. Ik vond het zelf erug leuk om te doen. Ik wist niet dat ik het in me had. Sommige verhaaltjes werden door meer dan twee honderd mensen bekeken. Allen bedankt voor de aandacht.

O ja nog even dit: Het is wat omslachtig om al die foto.s via reismee.nl op te laden. Wat ik doe, deed, is ,s avonds als het even kan/kon afhankelijk van de WiFi mogelijkheden, de foto.s van de dag opladen op de server van goede vriend Harry Smeets.

Als je ze wilt zien en je het niet te omslachtig vindt, installeer dan de app: "Dspfoto". De naam van de server is syrrah, de inlognaam jan en het wachtwoord is ook jan. Je kunt ze ordenen op tijd en plaats. Veel plezier er mee. Er gaat een wereld voor je open!

Dat was het.

Groet.

Het Sterrenveld

Het sterrenveld: Compostella, daar waar ooit eens het corpus van Johannes de Meerdere, hoofd van lijf gescheiden, gevonden werd, nadat het in een bootje, zonder dollen, met een aantal van zijn leerlingen aangespoelde in de baai van Muros. Pelgrims die hier zijn graf bezoeken verdienen een volle aflaat. Al hun zonden zijn hun vergeven en dat biedt weer perpectief op nieuwe verzoekingen.

Die zijn er hier vele. Santiago is een grote stad met alles erop en er aan, gebouwd voor en op het toerisme. Pelgrims van all over the world en dagjesmensen van dezelfde streek, die elkaar over en weer komen bekijken. Ja, te volgen?

Ik doe de stad te kort. Sowiezov Werelderfgoed en de kathedraal heb ik nog niet bezichtigd. Uiteraard wel de terrasjes en eettenten. O ja ook leuk, veel jonge mensen, universiteitsstad.

Lieve Anke, nog gefeliciteerd met je verjaardag, antwoord op de hamvraag: ' ja, onderweg zijn is belangrijker en leuker als aankomen ' Gisteren (koud) en vandaag (heet) was het nog even knokken om hier te komen, maar hier aankomen was als aankomst in weer een van die vele steden. Het verschil is dat ik hier anderhalf uur in de rij heb gestaan om de definitieve stempel en het diploma te halen. Mijn Credential is vol met stempels van zesenvijftig plekken uit Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en Spanje! Maar eigenlijk is het niet anders dan de Renbaan in Nijmegen waar aan het eind van de mars de wandelaars hun kruisje halen.

Ik vind het zalig dat ik er ben, maar mij wacht, voor donderdag, nog slechts een kleine taak: Cap Finestre. Het einde van de wereld. Voor de mens van toen kon je niet verder, dan viel je er vanaf. Verder kun je niet. Het westelijkste puntje van het Spaanse Schiereiland. Nog een kleine honderd kilometer en dan ben ik er. Je verbrand daar je oude ik en verrijst als Phoenix uit je eigen as. Goede vriend Johannes, die de hele reis te voet deed, nam daar een nieuwe naam aan.

Zo ver zal ik niet gaan, maar ik zie het wel als afsluiting van de tweede- en begin van de derde helft. (jeugd, volwassenheid en senioriteit- ok ouderdom-).

Het onderweg zijn is heerlijk. Je fysiek uitdagen en je geestelijk laten gaan. Een heerlijke combinatie, je verliest gewicht en wint aan inzicht.

Maar eerst nog een dagje Santiago de Compostello. morgen niet te vroeg op, de pelgrimsmis, rondkijken en lekker eten. Wie doet me wat.

Sinds mijn vertrek, ruim zevenendertig dagen geleden (Ben, zit ik nu wel goed?) heb ik, behalve in de tent, steeds met anderen geslapen, nog geen kamer voor mezelf gehad. Voor het hele bedrag van vandaag dertien en morgen vijftien (hoog, laag seizoen) heb ik een eigen kamer en zo vertrouwd: in een voormalig semininarie.

Hou van jullie!

Helden sterven jong!

Wie zegt dat? Ik ben er één en niet zo jong meer.

Gisteren dacht ik nog mooi weer af te dwingen, door in de blog een bezwering uit te spreken. Ijdelheid! De weergoden laten zich niet dwingen.

Goed uitgerust begon ik vanmorgen in Villafranca aan de klim van dertig kilometer over de Alto. Eerst leek het weer nog goed, bewolkt maar ach. Later regende het pijpenstelen (met of zonder 'n'?). Steeds maar bult op, al maar proberen de trance vast te houden. Van vijfhonderd naar ruim dertienhonderd meter in twee en een half uur.

De eerste col is bij O Cebreiro, ouder dan de Camino zelf, een plek van Kelten. Het eerste dorp richting Calicie. Ze zeggen dat de Camino hier haar anker heeft.

Het was zondag en in het eeuwen, echt eeuwen oude kerkje, zevende eeuws, in Keltische stijl, was een mis gaande. Lekker warm tussen al die gelovigen. Bedoeld?

Weer twee collen over van de Alto, de hoogvlakte, en steeds maar verder tegen wind en regen in. Vervolgens vijftien kilometer naar beneden.

Ze zeggen dat als het mooi weer is, het heerlijk is om te doen.

Maar ik was nat en koud en de wind trok aan mijn stuur. Winterhandschoenen en regenbroek aan, het mocht allemaal niet baten.

En toch, wetende dat aan de Camino overal alberques zijn, waar je voor een prikkie kunt slapen, waar je je wasje kunt doen, waar het goed toeven is, ging ik fluitend en zingend de uitdaging aan.

Onaantastbaar, vertrouwend op de goede afloop. In cadans er op en er over en in vliegende vaart naar beneden. Ik ben een held!

Een helden ontvangst viel mij ten deel. Frio? Entrare! De hostelliero deed mijn wasje terwijl ik me douchte. In het restaurant at ik me rond aan het pelgrimsmenu, inclusief een biertje en twee glazen wijn twaalf euro. Wie doet me wat? Alles komt goed!

Zielepiet

Vandaag ben ik een beetje zielig. Ik heb me weer door Han laten verleiden om vanmorgen om zes uur op te staan. Na de uitgebreide maaltijd en rijkelijk vloeiende wijn gisteren was dat niet zo,n goed idee. Mijn maag en darmen gingen te keer en na een kop te sterke koffie en vijfentwintig kilometer verder, gaf ik de pijp aan Maarten. Ponferado voorbij stapte ik in Villafrance del Bierzo af. Het regende bovendien pijpenstelen. Ik had het koud en was rillerig.

Buen Camino Han en heb een gelukkig leven!

Om tien uur stond ik in de hal van de alberque rural uit te beelden dat ik een beetje ziek was en het erg koud had. Mijn Spaans is abominabel, gewoon slecht, maar het lukte en om tien uur lag ik bed en heb gauw een uur of twee liggen dommelen. Lekker douchen, warm aankleden en nu zit ik in de bar van de alberque aan de thee. Morgen volgt de beklimming van de Alto do Poio, bij de abdij van O Cebreiro, de toegang tot Calicie. Dat is een knappert van ruim dertienhonderd. Die had ik anders vandaag in de regen moeten doen, dat zag ik even niet zitten. Morgen regent het niet! Uitroepteken, punt.

Het is nog een dikke tweehonderd kilometers, maar vandaag verder niets. Vanaf vierentwintig april ben ik onderweg. Tweeënveertig dagen! Op een halve snipperdag in St.Pied de Port na, heb ik verder nog geen rustdag gehad. Zoals mijn lief zei: ' Het is geen aangenomen werk en tiet zat', en zij heeft altijd gelijk!

Vandaag verder geen diepzinnige gedachten want die komen tot me tijdens het fietsen. Bovendien hebben ze hier een heel oude dvd van Maria Carey opstaan en dat leidt me enorm af.

Tot de volgende keer.

Azijnpisser

En weer een dag vol hectiek.

Han, de oud militair, kreeg het voor elkaar dat ik er al om zes uur uit was, terwijl ik niet eens in dienst ben geweest. De koningin wilde me niet hebben omdat ik, toen al, slechte knieën had. Vroeg op pad, onderweg ontbijten en niet zeuren.

Kwam het ff goed uit dat er weer een spaak brak!

In Astorga waar we toch door heen moesten, zitten twee fietsenmakers en er is een grote kathedraal. Met Han afgesproken: ik naar de fietsenmaker en de kerk en jij door. Misschien zien we elkaar vanavond weer. De kathedraal viel tegen, weer vroeg gotisch aangevuld met kitch.

De fietsenmaker had de juiste maat spaak en ook nog in het zwart. Hij was er trots op en verkocht me ook een nieuwe fietsbroek.

Op het programma stond de Cruz Fera, das een hele hoge, van vijftienhonderd meter, en die moet je toch in eigen tempo beklimmen. Ajuus Han. Ik met een nieuwe -de vijfde- spaak naar boven.

Cruz Fera is de (schuin geschreven) plek op de Camino waar je je zorgen, je smart, iets wat je dwarszit of waar je vanaf wilt, kunt dumpen. Dat doe je symbolisch door op de top van de bult de steen die je van huis meenam achter te laten. 'Stein vom Herz' . Door de eeuwen heen hebben heel wat pelgrims dat gedaan en dus ligt er een hele extra berg aan stenen. De mijne ligt er ook. Een kleine zwarte, tegen de verzuring.

Tegen de verzuring van het ouder worden. Om te voorkomen een azijnpissers te worden. Geestelijk en lichamelijk. Om over alles een menig te moeten hebben, te moeten oordelen en kost wat kost die te moeten uiten. Cynisch te wezen over nieuw of anders. Doch open sta voor nieuwe ontwikkelingen en geestelijk actief blijf. Ook lichamelijk voorkomen dat ik verzuur. Zo min mogelijk afvalstoffen vast houd (bicarbonaat doet wonderen) en fit blijf.

Ik word tijdens de derde helft geen azijnpisser!

Zo dat moest er even uit daar bij het Cruz Fera. De plek straalt heel veel energie uit doordat zeer velen al daar iets achter lieten. Bovendien is Santiago in zicht, een emotioneel moment.

Een jonge dame die zag dat ik het moeilijk had en het zelf ook niet droog hield, vroeg of ze mocht 'huggen' . Zo stonden we samen een traantje te laten. Heel bijzonder.

Toen in vliegende vaart een dikke duizend meter naar beneden. Halverwege heb ik mijn schijfremmen met water moeten koelen. Nu dus vlak voor Ponferado waar Han al op me wachtte.

Santiago here I come!

Een deuk in mijn hoofd.

Geen snee in mijn neus maar een deuk in mijn hoofd.

Ok, ik drink. Overdag verlies ik veel vocht. Je wil het niet weten! Vier biddonnen, das vier liter, .s Middags een colaatje en als ik klaar ben met fietsen minimaal een halve liter bier. Per dag toch zeker vijf liter vocht, en voor het slapen, als het er is, een glaasje wijn, niet eens meegerekend. Dronken ben ik deze reis niet geweest.

Hoogtepunt, feestje, waren die twee keer een flesje van tweehonderd milliliter blended whisky. Netjes toch?

De deuk in mijn schedeldak was van het onderkomen vannacht. Spanjaarden zijn klein uitgevallen en ik beukte tot drie keur toe, als je zoveel drinkt moet je er .s nacht wel een uit, tegen de trekbalk. Niet op Nederlandse hoogte. Ziet er niet uit, maar met de fietshelm op zie je er niets van. Ik kon kiezen tussen zes euro voor een stapelbed en zeven voor een gewoon bed. Dat gewone bed stond boven onder de balken. Voor één euro een deuk in mijn dak.

Vreemde dag vandaag.

Ik heb ruim negentig kilometer gefietst zonder me bewust te zijn van het landschap. Vroeg op de dag kwam ik fietsende Rotterdammer Han tegen. Achtenvijftig jaar, gepensioneerd beroepsmilitair en opzoek naar de zin van de derde helft. Al fietsend verbazend diepzinnige gesprekken gevoerd.

Zo intensief dat mijn Bewaarengel ingreep toen ik al kletsend zonder verder op te letten de grote weg overstak en de mevrouw in de blauwe fiat me op een haar na kon ontwijken. Dank daarvoor!

Vandaag was het voornamelijk plat. Stond vandaag voor de keuze of ik door of om Leon zou fietsen. Er omheen dus. Schijnt een enorme grote stad te zijn, velen raden het me af. Toch een beetje spijt, maar daardoor nu samen met Han in de plaatselijke Villar de Mazariffe voor zes euro. Zo eten.

Ik kom nog even terug op het zinvol gebruik van kerken hier op het Spaanse platteland. Veel kerktorens zijn bezet door ooievaars om zo kracht bij te zetten aan de bijbelse leuze. ' Gaat heen en vermenigvuldig U'

Zittend op een blankje, kijkend naar de bezigheden van deze geweldige vogels kwam de pastoor, net klaar was van zijn dienst, ons een pelgrimszegen aanbieden. Hij had ze in alle talen. Ik wil jullie deze niet onthouden:

Stof, slijk, zon en regen

Het is de Camino van Santiago,

Duizenden bedevaarder,

In meer dan één miljoen jaren.

Pelgrim, wie roept U?

Welke verborgen kracht trekt je aan?

Niet de sterrenhemel,

Niet de grote kathedralen,

Niet het vierde Navarra

Niet de wijn van de Rioga

Niet de schelpdieren van Galicië

Pelgrim, wie roept U?

Welke verborgen kracht trekt je aan?

Niet de mensen van de Camino,

Niet de landelijke gewoontes,

Niet de historiek of de cultuur,

Niet de kip van Calzada,

Niet het paleis van Caudi,

Niet het kasteel van Poferada.

Ik heb het allemaal onderweg gezien,

en het was een genot om dit alles te zien,

maar de stem die me roept,

voelde ik veel dieper....

De kracht die me voort drijft,

de kracht die me aantrekt,

ken ik niet en kan ik niet verklaren.

Alleen van Hij van Hierboven weet het!

Mooi hé.

Heilige Johannes

Wat was de geur van de ochtend? Een ondertoon van kruidig gras, vochtige aarde, een wolkje luzerne en koolzaad met een vleugje acacia, meidoorn en in de verte wat vlierbesbloesem. Een warme zoete wolk als het parfum van mijn lief: Boudoir (helaas uit de handel, maar voor hoogtij dagen altijd nog een restje)

Mooi poëtisch toch? Zo werd ik wakker na een nacht goed slapen in de vrije natuur.

Toen nog een klein stukje bult op naar Castrojeriz en daar wachtte een verrassing. Van de week klaagde ik nog over het landschap, dat wijds en eentonig was, maar vandaag kom ik daarop terug. Dit hoogland (rond de duizend meter) had iets weg van de Schotse Hooglanden. Glooiend gras en heide. De afdalingen die volgden door glooiende, beboste dalen leken weer op de dalen van de Franse rivier de Vers.

Stel je voor. Het is nog vroeg in de ochtend een uur of acht. Ik rijd rechts van de weg langs een lieftallig dal met wuivend, nog groen, onrijp graan. De zon staat links van me. De zon staat laag en werpt een lange schaduw. Mijn schaduw heeft een wit aura. Echt. Ik heb het op foto. Een wit aura. Het kan natuurlijk niet want dan zou ik al heilig zijn en opgaan in de goddelijke energie. Maar toch. Er is een foto van!

Vanmiddag vlakte het landschap letterlijk af. lange rechte wegen met wind op kop. Goed om kilometers te maken. Wel vermoeiend, maar weer dikke negentig gereden. Sahagun, net iets te ver weg. Ik had er genoeg van, zag een auberge en trapte op de rem. Toch maar weer onder mensen. Douchen en een wasje doen. Zeven euro, voor een bed, douche en WiFi.

Onderweg bedacht ik me dat in de Franse oostelijke Champagne het landschap gedomineerd werd door blinkende graansilo,s. Ook hier zijn uitgestrekte graanvelden maar geen silo,s Wel heeft elk dorp, hoe klein ook, een eigen kerk. Velen, op een enkele na, zijn in deplorabele toestand. Dat dacht ik: ze zouden al dat graan daarin kunnen bewaren.

Wat me ook opviel is de hoeveelheid water die ze hier nodig hebben om de boel aan het groeien te houden. Kilometers bevloeiingsystemen. Volgens de borden mede mogelijk gemaakt door de Europesche Gemeenschap. Buizen, pijpen, kanalen, gemalen, sprinklers, bassins, tout.

En dan moet er natuurlijk ook bestreden worden. Boeren met spuitinstallaties aan hun trekkers rijden af en aan. Je kunt de middelen soms ruiken. Geeft je te denken.

Uiteraard weer een aantal kerken bekeken en veel foto,s gemaakt. Inmiddels heb ik een hele verzameling van Santiago in soorten en maten. Vandaag nog een heel uniek tableau gezien over het leven van deze Jacobus de Meerdere met vele namen als Saint Jacques, Santiago, Sint James en nog meer.Verder niet te verwarren met Saint Roche, ook pelgrim, maar deze leefde twaalf eeuwen later en had iets met de pest. Daar zijn ook mooie afbeeldingen van.